Vlieboot hat sein name vielleicht and das Vlie zu danken. Das Vlie war einmal ein wasser, das vom Nordsee tief in das Land reichte. (Das Inzel Vlieland hat auch sein Name daran zu danken). Vlieboote waren (vielleicht) Schiffen die dort gebaut werden. Aber andere Texten schreiben das die Name kein deutlichte herkunft hat.
Vlieboote hatten drei Masten, ein deck. Halve Maen war ein Jacht, und kein Vlieboot.
Es gibt kaum Abbildungen von Vlieboote. Werner hat in sein text einige zusammengebracht.
Hallo Jan, ich glaube, hier auf dieser Seite wird es ähnlich erklärt: https://jrc-1138.blogspot.com/2010/12/vlieboot.html ["a "Vlieboot" (also called a vliet, a boat that could be sailed through the "Vlie", i.e.. to open sea)"]
Ich deute den Namen "Vlieboot" versuchsweise mal als ein Fahrzeug, das für dieses Gewässer [die Überbleibsel dieses "Vlie"] gebaut wurde. Könnte zumindest sein.
Zur Frage des Typs: ich bin trotzdem noch nicht völlig überzeugt, daß der Typ so fest definiert war. Ich hänge bis auf weiteres noch ein bißchen an der Vorstellung, daß die Takelung und der Rumpftyp (ob Rundheck oder Spiegelheck) zweitrangig gewesen sein könnten. Gut vorstellbar ist aber auch, daß der Typ tatsächlich ursprünglich genau definiert war und er erst im Laufe der Zeit auch als Allgemeinbegriff für alle möglichen für die flachen Gewässer geeigneten Fahrzeuge Verwendung fand.
Als die Spanische Armada sich 1588 den Kanal hinaufschob schickte der Herzog Medina Sidonia Depeschen an den Herzog von Parma, der mit seiner Armee in Flandern lag, in der er um 40 - 50 Vlieboote bat. Die hohe Zahl an solchen Fahrzeugen, die hier angefordert wurden (aber nicht geliefert werden konnten) zeigt eigentlich schon, daß sie nicht alle typengleich gewesen sein können. Entweder also wird hier der Name eines Typs benutzt, um verschiedene Typen zusammenzufassen oder der Name "Vlieboot" bezeichnet von vornherein eine Mehrzahl von Typen, deren Gemeinsamkeit in ihrer Verwendung besteht.
gestern hatte ich eine schlechte Internetverbindung, doch heute sieht es besser aus. Zum Schiffstyp Vlieboot kann soviel gesagt werden, das es ein eigenständiger Typ war. Alle meine Bestecke aus den Jahren 1592 bis ca. 1600 lassen das erkennen. Die Bestecke stammen alle aus den Zeeuws Archief in Middelburg, und wurden für die damals noch junge Marine entworfen und weiterentwickelt. Um 1600 finden sich dann einige Bestecke, in denen es auch um den Versuch der Schiffsverlängerung geht. Mann machte kurzer Hand den Kiel acht Fuß länger, die Schiffsweite wurde um 2 1/2 Fuß größer und die Raumtiefe (Überlauf) wurde um 3 Daumen angehoben. Nach 1600 finden sich zwar noch Bestecke, die auf die Vlieboote zurückzuführen sind, aber der Schiffstyp nannte sich dann "Boot ofte Schip". Der Ursprung dieser Vlieboote liegt nach wie vor im Dunkeln. Die Archive in den Niederlanden geben im Augenblick dazu noch nichts her. Der Name dieser Boote hängt mit dem Wasserstraßennetz in Zeeland zusammen. Man nannte dieses Gebiet auch "Vlie". Daher dieser spezielle Name. Dass wir überhaupt einiges über diese Boote wissen, liegt daran, das die Marine der Niederlande ein sehr gut gepflegtes Archiv hat. Im Bereich des Handelsschiffbau sieht es wiederum sehr mager aus. Man kann, aber eher durch Zufall, Bestecke von Handelsschiffen finden. Ist mir aber in den vergangenen Jahren eher selten passiert.
1. Woher weiß man denn, daß Vlieboote grundsätzlich 3 Masten hattten? Die Bestecke sagen darüber eigentlich nichts. 2. Dann wären die Fahrzeuge, die z.B. im Bergen op Zoom Wandteppich dargestellt sind, definitiv keine Vlieboote? https://www.zeeuwsmuseum.nl/en/collectio...-bergen-op-zoom
Hallo Hartmut, die mir vorliegenden Unterlagen sage aus, dass die Vlieboote immer drei Masten hatten. Da wir aber das Aussehen der meisten Vlieboote nicht kennen, muss diese Frage offen bleiben. Auch die von mir ausgewerteten Bestecke deuten immer auf drei Masten hin.
Die wenige Abbildungen die da sein sehen immer aus wie so etwas: (links neben die fuesse der Frau) hulck.gif - Bild entfernt (keine Rechte)
@Werner: ich habe nimmer gelesen das die wasser im Zeeland 'Vlie' genannt werden. Ich kenne die name nur fuer ein See-arm im Norden. Wo finde ich die Info?
vielen Dank Euch. Ich glaube langsam klärt sich die Sache auf. "Vlieboot" ist also ein ganz spezieller Typ für die flachen Gewässer in Zeeland, auch wenn der Begriff von Außenstehenden (etwa den Spaniern wie z.B. Medina-Sidonia, der bei Parma "40-50" Vlieboote bestellte, s.o.) wahrscheinlich des öfteren so gebraucht wurde, daß er zusätzlich noch alle möglichen Kleinfahrzeuge (z.B. die "Boeyers") umfaßte. Wahrscheinlich sind solche Verallgemeinerungen, die schon im 16. Jh. stattgefunden haben, die Ursache dafür, daß wir heute bezüglich des genauen Aussehens so sehr ins Schwimmen kommen.
Das van Wieringen - Gemälde, das Ab Hoving auf Papermodelers zeigt, deckt sich recht gut mit Werners Material und Rekonstruktion. Interessanterweise kommt in dem Zusammenhang auch das Wort "Buis" auf (nur auf der Bildadresse zu finden), das ich provisorisch mal mit dem deutschen Wort "Büse" gleichsetze. Weiß aber nicht, ob ein Zusammenhang zwischen Büse und Vlieboot besteht.
Auf dem Gemälde befindet sich auch eine Heringsbüse. Diese hat aber nichts mit dem Vlieboot zu tun. Das Vlieboot war ein eigenständiger Schiffstyp, was auch immer in den Bestecken hervorgehoben wurde.
da ich immer noch mit dem WoMo unterwegs bin, kann ich die Frage mit dem Vlie so nicht beantworten. Habe halt meine Bücher nicht dabei. Werde es aber nachholen. Vermutlich habe ich es bei Elias, de Jonge oder in einem anderen, aber älteren Werk gelesen. Man kann auch im Buch über den Befreiungskrieg, welches 1610 erschienen ist, nachlesen. Den Titel habe ich nicht genau parat. Hat aber etwas mit Prins Maurits Nassau zu tun. "Nassausch kranz" oder so ähnlich war der Titel????
Sorry for consistently not answering your questions. I have serious problems with my command of the German language. Did not pay attention during lessons in the old days I' m afraid, :-(
Ik wil mij graag even verontschuldigen voor het niet reageren op een (herhaalde) vraag om informatie. De waarheid is dat ik eigenlijk nooit kijk wat er op dit forum wordt besproken. Volkomen onterecht natuurlijk, want er is hier veel te leren, maar het Engels van Modelshipworld, Shipsofscale en Papermodelers ligt me nu eenmaal beter dan het Duits. Het heeft weinig zin dat te ontkennen. Een schrale troost is wellicht dat ik ook op Nederlandse fora mijn neus zelden laat zien.
Over de vlieboot is weinig interessant nieuws te melden, vrees ik. Zoals al is vastgesteld op dit forum was het een scheepstype dat aan het eind van de 16de eeuw een belangrijke ontwikkeling doormaakte, voornamelijk omdat de jonge Zeeuwse admiraliteit er een aantal voor de strijd tegen de Spanjaarden beschikbaar hield in Veere. Maar ook in de particuliere vaart was de vlieboot wellicht de laatste schakel in de reeks van typen vrachtschepen vanaf de kogge, naar de pinas, precies in de tijd dat de ontwikkeling van de fluit op gang kwam. Dat alles werd veroorzaakt door de steeds meer opkomende bloei in de handel en de daaruit voortvloeiende groeiende vraag naar laadruimte. Gerald de Weerdt, die de replica van het Barendtsz schip bouwt in Harlingen, is ervan overtuigd dat het schip dat Barendtsz op zijn tocht gebruikte feitelijk een opgeboeide vlieboot is geweest. Jacht of pinas was ook een veel voorkomende term, maar uit de literatuur is moeilijk op te maken wat het ene van het andere type onderscheidde.
Werner heeft geweldig werk gedaan al de bestekken uit het Zeeuws Archief te transcriberen en deels te analyseren. Ik heb eigenlijk altijd al geprobeerd bestekken te 'vertalen' in modellen. Soms redelijk succesvol, vaak ook tevergeefs, bij gebrek aan doorslaggevende informatie. De vlieboot stond al lang op mijn lijstje en de bestekken die van Werner kwamen, lonkten mij al jaren toe. Gebrek aan een goede afbeelding weerhield mij, maar begin vorig jaar toonde een bevriende schilderijenverzamelaar mij zijn nieuwste aanwinst. Met een schok herkende ik de vlieboot, zoals Claes Corneliszn van Wieringen hem afbeeldde: met drie masten en een boegspriet en een geheel met een rooster overdekt bovendek. Op de achtergrond is een buis te zien. Ik besloot de sprong te wagen en te kijken hoe ver een model mij zou brengen.
Ik krijg altijd hulp van een Belgische vriend, Rene Hendrickx, die ik op een klein Belgisch Forum heb opgeduikeld en die al sinds 2013 mij van zijn 3D voorstellingen in Delftship voorziet naar aanleiding van de aanwijzingen die ik hem aangeef. Zo kwam ik aan een lijnenplan, waarin de echo van de kogge nog altijd zichtbaar is:
Ik werk tegenwoordig nog uitsluitend in papier/karton vanwege de snelheid van werken. Feitelijk interesseren mij modellen nauwelijks, het gaat me om de kennis die ermee gegenereerd wordt. Modelbouw is een methode van onderzoek die inzicht biedt in veel van de constructies en de ontwikkelingen in de scheepsbouw. Daarom is papier, dat zich snel laat verwerken, zo geschikt. Het technische systeem is oud en beproefd: ik maak een geraamte dat ik bekleedt met dun karton, dat geplamuurd en geschuurd uiteindelijk de basis voor de romp oplevert.
Vervolgens beplak ik het model met stroken wit zelfklevend folie met houtprint van c-d-fix, wat in elke bouwmarkt voor een paar centen te krijgen is. Dit plastic wordt, na het aanbrengen van een primer, okergeel geschilderd en als het helemaal is gedroogd, met Van Dijks Bruin ingesmeerd. Meteen daarna veeg ik de bruine verf weer weg met een zachte doek en dan blijft het bruin in de nerven van het plastic achter, wat een mooi houtachtig resultaat oplevert.
Het probleem is, dat ik het schip nu zou moeten overkappen met een roosterdek, maar dat ik er nog niet uit ben hoe dat dan zou hebben gezeten. Gewoonlijk leg ik het model dan weg en ga met een ander project bezig en als zich plotseling een oplossing aandient, dan neem ik de draad weer op. Dat is tot op heden niet gebeurd, er zijn te veel andere projecten die mijn aandacht opeisen, maar ik begin langzamerhand wel wat licht te zien aan het einde van de tunnel. Als ik eenmaal zo ver ben, zal ik u van mijn vorderingen op de hoogte stellen.
Ich möchte mich dafür entschuldigen, dass ich einer (wiederholten) Bitte um Informationen nicht nachgekommen bin. Die Wahrheit ist, dass ich nie wirklich sehe, was in diesem Forum diskutiert wird. Völlig ungerechtfertigt natürlich, denn hier gibt es eine Menge zu lernen, aber das Englisch von Modelshipworld, Shipsofscale und Papermodelers passt mir besser als das Deutsche. Es hat wenig Sinn, dies zu leugnen. Ein kleiner Trost mag sein, dass ich meine Nase selten auch in niederländischen Foren zeige.
Ich fürchte, es gibt nicht viele interessante Nachrichten über das Vlieboot. Wie bereits auf diesem Forum festgestellt wurde, war es ein Schiffstyp, der am Ende des 16. Jahrhunderts eine wichtige Entwicklung durchmachte, vor allem weil die junge Zeeuwse Admiralität in Veere eine Reihe von Schiffen für den Kampf gegen die Spanier zur Verfügung hielt. Aber auch in der privaten Schifffahrt war das Vlieboot wahrscheinlich das letzte Glied in der Reihe der Frachtschifftypen von der Kogge bis zur Pinas, genau zu der Zeit, als die Entwicklung der Fleute begann. All dies wurde durch die zunehmende Blüte des Handels und den daraus resultierenden steigenden Bedarf an Laderaum verursacht. Gerald de Weerdt, der den Nachbau des Barendtsz-Schiffes in Harlingen baute, ist überzeugt, dass das Schiff, das Barendtsz auf seiner Reise benutzte, tatsächlich ein verbessertes Vlieboot war. Jacht oder Pinas war ebenfalls ein geläufiger Begriff, aber es ist schwierig, aus der Literatur zu erkennen, was eine Art von einer anderen unterscheidet.
Werner hat viele Bestecke aus dem Zeeuws Archief in Middelburg hervorragend transkribiert und teilweise analysiert. Tatsächlich habe ich immer versucht, Bestecke in Modelle zu 'übersetzen'. Manchmal einigermaßen erfolgreich, oft vergeblich, weil es an entscheidenden Informationen mangelt. Das Vlieboot stand schon lange auf meiner Liste, und die Bestecke, die von Werner kamen, hatten mir schon seit Jahren zugewunken. Das Fehlen einer guten Abbildung hielt mich davon ab. Aber Anfang letzten Jahres zeigte mir ein befreundeter Gemäldesammler seine neueste Erwerbung. Mit einem Schock erkannte ich das Vlieboot, wie Claes Cornelisz van Wieringen es darstellte: mit drei Masten und einem Bugspriet und einem vollständig überdachten Überlauf mit einem Netzwerk. Im Hintergrund ist eine Büse zu sehen. Ich beschloss, den Schritt zu wagen und zu sehen, wie weit mich ein Modell bringen würde.
Ich bekomme immer Hilfe von einem belgischen Freund, Rene Hendrickx, den ich bei einem kleinen belgischen Forum kennenlernte und der mir seit 2013 seine 3D-Darstellungen in Delftship gemäß den Anweisungen, die ich ihm gegeben habe, zur Verfügung stellt. Also habe ich mir einen Linienplan ausgedacht, in dem das Echo der Kogge noch sichtbar ist:
Heutzutage arbeite ich wegen der Schnelligkeit der Arbeit ausschließlich in Papier/Karton. Eigentlich interessieren mich Modelle kaum, es geht nur um das Wissen, das mit ihnen generiert wird. Die Modellierung ist eine Forschungsmethode, die Einblicke in viele der Konstruktionen und Entwicklungen im Schiffbau gewährt. Deshalb ist Papier, das sich schnell verarbeiten lässt, so geeignet. Das technische System ist alt und erprobt: Ich fertige ein Skelett an, das ich mit dünner Pappe abdecke, die ausgefüllt und abgeschliffen wird, um die Basis für den Rumpf zu bilden.
Dann klebe ich das Modell mit Streifen aus weißer Selbstklebefolie mit einem c-d-fix-Holzdruck, der in jedem Baumarkt für ein paar Cent erhältlich ist. Dieser Kunststoff wird nach dem Auftragen einer Grundierung ockergelb lackiert und nach dem vollständigen Trocknen mit Van Dijks Braun beschmiert. Sofort danach wische ich die braune Farbe mit einem weichen Tuch wieder weg, und dann bleibt das Braun in den Adern des Kunststoffs zurück, was ein schönes holziges Ergebnis ergibt.
Das Problem ist, dass ich das Schiff jetzt mit einem Grätingdeck abdecken müsste, aber ich habe immer noch nicht herausgefunden, wie das gewesen war. Normalerweise stelle ich das Modell dann weg und beginne ein neues Projekt, und wenn plötzlich eine Lösung auftaucht, greife ich sie wieder auf. Das ist bisher nicht geschehen, es gibt zu viele andere Projekte, die meine Aufmerksamkeit erfordern, aber ich sehe langsam ein Licht am Ende des Tunnels. Sobald ich so weit bin, werde ich Sie über meine Fortschritte informieren.